Er bestaan in totaal 13 verschillende soorten vitamines die we uit onze voeding kunnen halen. We weten allemaal dat een evenwichtige voeding belangrijk is, maar niet altijd welke vitamines er precies zijn en waar ze goed voor zijn.
Hier vind je een overzicht van alle 13 soorten vitamines, waarom ze belangrijk zijn en een aantal voorbeelden van waar je ze van nature in kunt vinden.
Inhoudsopgave []
- In vet of water oplosbare vitamines
- Vitamine A (retinol)
- Vitamine B-complex
- Vitamine B1 (thiamine)
- Vitamine B2 (riboflavine)
- Vitamine B3 (niacine)
- Vitamine B5 (pantotheenzuur)
- Vitamine B6 (pyrydoxine)
- Vitamine B8 (biotine)
- Vitamine B11 (foliumzuur)
- Vitamine B12 (cyanocobalamine)
- Vitamine C (ascorbinezuur)
- Vitamine D (cholecalciferol)
- Vitamine E (tocoferol)
- Vitamine K (geen echte vitamine)
In vet of water oplosbare vitamines
In water oplosbare vitamines | In vet oplosbare vitamines |
---|---|
Vitamine B1 | Vitamine A |
Vitamine B2 | Vitamine D |
Vitamine B3 | Vitamine E |
Vitamine B5 | Vitamine K |
Vitamine B6 | |
Vitamine B7 | |
Vitamine B9 | |
Vitamine B12 | |
Vitamine C |
Je hebt twee soorten vitamines, in water oplosbaar of in vet oplosbaar. Dit houdt in dat de vitamines zich in je lichaam ofwel met het vocht mengen of opgeslagen worden in vet. Maar ook dat ze vooral uit vet of vocht gehaald kunnen worden. Zo zitten in vet oplosbare vitamines dus vooral in vlees en noten en vind je in water oplosbare vitamines vooral in groente en fruit.
Dit betekent dat vitamines die in vet worden opgeslagen (vitamine A, D, E & K) op een later tijdstip door het lichaam gebruikt worden. Dit betekent echter ook dat een overschot aan deze vitamines in het lichaam blijft opgeslagen en op den duur voor problemen kan zorgen.
In water oplosbare vitamines plas je gewoon weer uit als je er een overschot van binnen krijgt. Dit betekent helaas dat als je lichaam deze vitamines later op de dag toch nodig heeft, ze alweer weg zijn. Om dit op te lossen kun je “time release” versies kopen van veel van deze vitamines, waarbij door de dag heen steeds een beetje vitamine in het lichaam komt. Zo kan het beter worden opgenomen.
Vitamine A (retinol)
Vitamine A komt vooral in dierlijke producten voor zoals lever, vis en eieren. Je lichaam kan het ook zelf maken van de stof betacaroteen, wat voor komt in groente en fruit. Hiervan wordt echter maar een klein percentage in het lichaam opgeslagen. Dierlijke bronnen bieden een betere opname, tot wel 90%.
Vitamine A is belangrijk voor de algehele weerstand, gezonde ogen, de groei van kinderen en een gezonde huid, haar en nagels.
Vitamine B-complex
Vroeger werd gedacht dat vitamine B maar één vitamine was, maar het blijkt te zijn opgebouwd uit verschillende onderdelen. Dit zijn de varianten B vitamines die we kennen, en gezamenlijk vormen ze de vitamine B-complex.
Een vitamine B-complex supplement wordt vooral gebruikt voor een gezond huid, haar en nagels en om algehele tekorten aan te vullen. Hier onder lees je de individuele voordelen van enkele vitamine B vorm.
Vitamine B1 (thiamine)
Vitamine B1 is belangrijk voor je energielevels, het helpt namelijk om koolhydraten om te zetten in energie. Daarbij is het belangrijk voor een gezonde hartspier en het zenuwstelsel. Het zit van nature in graanproducten, aardappelen, groente, vlees en melkproducten.
Vitamine B2 (riboflavine)
Vitamine B2 is belangrijk voor de huid, de spijsvertering, het zenuwstelsel en de rol van bloedcellen in het lichaam. Het komt van nature voornamelijk voor in melkproducten, maar ook in groente, fruit, vlees en graanproducten.
Vitamine B3 (niacine)
Vitamine B3 is belangrijk voor de aanmaak van vetzuren in het lichaam. Bovendien draagt het bij aan een gezonde huid en slijmvliezen. Vitamine B3 zit vooral in volkoren granen, aardappelen, groente, vlees en vis.
Vitamine B5 (pantotheenzuur)
Vitamine B5 helpt ons om energie te halen uit koolhydraten, vetten en eiwitten. Bovendien heeft het huid-herstellende eigenschappen en wordt het vaak als supplement aangeraden bij huidproblemen. Van nature komt het voor in volkorenproducten, groente, fruit, vlees, eieren en melkproducten.
Vitamine B6 (pyrydoxine)
Vitamine B6 draagt bij aan de opbouw en afbraak van aminozuren, de bouwstenen van eiwitten. Het is dus een belangrijke vitamine voor het behoud en de opbouw van gezonde spieren. Verder is het belangrijk voor een goede bloedproductie, het immuunsysteem en zenuwstelsel en reguleert het de werking van bepaalde hormonen.
Vitamine B6 komt voor in dierlijke producten, melkproducten, kaas, groente, fruit, graanproducten, aardappelen en peulvruchten.
Vitamine B8 (biotine)
Vitamine B8, beter bekend als biotine, helpt het lichaam om koolhydraten, eiwitten en vetzuren om te zetten in energie en draagt bij aan een goedwerkend zenuwstelsel. Bovendien is het belangrijk voor een gezonde huid, waardoor het soms ook vitamine H wordt genoemd. Ook heeft het een positieve invloed op het prestatie- en leervermogen.
Van nature komt biotine voor in eieren, melk, sojaproducten, noten en pinda’s.
Vitamine B11 (foliumzuur)
Vitamine B11, beter bekend als foliumzuur, is belangrijk voor de algehele groei en de aanmaak van witte en rode bloedcellen. Het wordt vooral aangeraden bij zwangerschappen, omdat een tekort de groei kan belemmeren en bovendien bloedarmoede kan veroorzaken. Zo kan het kind een hazenlip, open rug of open verhemelte houden bij een tekort aan foliumzuur tijdens de zwangerschap.
Van nature komt foliumzuur voor in groene groenten, graanproducten, vlees en zuivel.
Vitamine B12 (cyanocobalamine)
Vitamine B12 is van belang voor de aanmaak van rode bloedcellen en daarmee de zuurstof toevoer in het lichaam. Bovendien is het belangrijk voor een gezond immuunsysteem en zenuwstelsel.
Vitamine B12 komt enkel voor in dierlijke producten, zowel vlees & vis als melkproducten, kaas en eieren. Veganisten wordt daarom aangeraden om aanvullende supplementen te slikken, maar ook vegetariërs moeten opletten op een vitamine B12 tekort.
Vitamine C (ascorbinezuur)
Vitamine C een bekende antioxidant die vooral belangrijk is voor de weerstand, waardoor het vaak wordt aangeraden bij griep en verkoudheid. Maar het zorgt ook voor een betere opname van ijzer, de vorming van bindweefsel en voor gezonde botten, kraakbeen, huid, haar en nagels.
Vitamine C komt voornamelijk voor in groente, fruit en aardappelen. Het is wel belangrijk om groenten niet te lang te koken, anders kook je de vitamine eruit. Het wordt ook vaak toegevoegd aan allerlei vruchtensappen en anti-griep middelen.
Vitamine D (cholecalciferol)
Ons lichaam kan zelf vitamine D aanmaken met behulp van zonlicht op de huid. Het is daarom ook wel bekend als de zon vitamine. Gelukkig is het ook uit voeding te halen op minder zonnige dagen. Vitamine D komt vooral voor in vette vis en in mindere mate in vlees en eieren. Bovendien wordt het vaak toegevoegd aan verschillende vormen boter.
Vitamine D is nodig om calcium uit de voeding te kunnen halen en draagt daarmee bij aan gezonde botten en tanden. Verder zorgt het voor een goede werking van de spieren en het immuunsysteem.
Vitamine E (tocoferol)
Vitamine E is een belangrijke antioxidant die ons lichaam beschermt tegen schadelijke stoffen van buitenaf, zoals UV-straling en luchtvervuiling. Bovendien speelt het een rol bij de celstofwisseling om deze gezond te houden. Vitamine E is de enige in vet oplosbare vitamine waarbij een overschot geen nadelige gevolgen voor het lichaam heeft.
Vitamine E komt voor in noten & zaden, groente & fruit, graanproducten, zonnebloemolie en in de meeste soorten halvarine en margarine.
Vitamine K (geen echte vitamine)
Vitamine K is belangrijk voor een gezonde bloedstolling en kan deels door het lichaam zelf gemaakt worden in de darmen. Pasgeboren baby’s hebben vaak een tekort aan vitamine K omdat dit niet door de placenta doorgegeven wordt en ze het ook zelf nog niet kunnen maken. Bij volwassenen komt een tekort nauwelijks voor. Toch is de vitamine die we zelf aanmaken niet voldoende en moet het aangevuld worden met voeding.
Vitamine K bestaat uit 2 delen. Vitamine K1 vind je vooral in groene groente, plantaardige olie, fruit, zuivel en brood. Vitamine K2 zit voornamelijk in vlees, vis, melkproducten, kaas en eieren. Let op met antibiotica, dit kan de darmflora beïnvloeden en daarmee een tekort aan vitamine K veroorzaken.